Grodan doet onderzoek naar microbiële sturing van gietwater voor een beter weerbaar gewas
Plantenwortels scheiden stoffen (exudaten) af die een gevarieerd en gezond bodemleven ondersteunen en de plant daardoor minder vatbaar maken voor ziekten. Vorig jaar startte een onderzoek naar de vraag of en hoe dit principe gericht toepassing kan vinden in substraatteelten. Microbiële sturing van gietwater dient in dat verband plaats te vinden in combinatie met zuivering en ontsmetting. André van der Wurff van Groen Agro Control geeft een tussentijdse update.
“Meestal kijken we naar microbiologie als iets slechts en bepalen we kiemgetallen om te zien of de ontsmetter goed werkt”, vertelt Van der Wurff. “Dat is terecht, maar misschien valt er meer te halen. In grondgebonden teelten vindt al meer sturing plaats op een gevarieerd bodemleven om planten beter te laten functioneren. Misschien kan dat ook met het gietwater voor substraatteelten. De rhizosfeer is immers enorm belangrijk voor planten.”
De bevlogen onderzoeker van Groen Agro Control stond samen met Freddy Dekkers van WaterIQ uit Nuenen aan de wieg van het door Glastuinbouw Nederland en de topsectoren Water & Watertechnologie en Tuinbouw & Uitgangsmateriaal gefinancierde PPS-project dat een jaar geleden in gang werd gezet. Ook KWR, SCFF (Stichting Control in Food & Flowers), Grodan en drie teeltbedrijven (gerbera, potorchidee en tomaat) werken er enthousiast aan mee. Daar komt wel het een en ander bij kijken.
Balans verstoord
Rond plantenwortels bevinden zich diverse groepen microben. Van der Wurff: “Met behulp van wortelexudaten, zoals suikers en vetzuren, streeft de plant naar een gunstige microbiële balans, zodat ziekten op afstand blijven en hij meer voedingsstoffen kan opnemen. In gesloten substraatteelten met recirculatie, zuiveringstappen en ontsmettingstechnieken kan die balans echter ook snel verstoord raken. Bodempathogenen zoal Fusarium krijgen dan meer ruimte om toe te slaan.”
Zuiveren, hergebruiken en verrijken
Leverancier van zuiveringssystemen Water IQ heeft in de voedingsindustrie al ervaring opgedaan met waterzuivering en sturing op microbiologie. De lay-out van de apparatuur, die ook aanwezig is op de deelnemende teeltbedrijven, is afgestemd op een snelle, getrapte zuivering van retourwater. Dat hoeft daardoor niet eerst vuil te worden opgeslagen, wat gepaard gaat met verdere achteruitgang van de waterkwaliteit.
“De vraag die zich vervolgens aandient, is hoe we het gietwater kunnen verrijken met organische stoffen die de biodiversiteit in de rhizosfeer en de weerbaarheid van het gewas ten goede komen”, vervolgt de onderzoeker. “Daarvoor is zowel aanvullende kennis nodig over de complexe interacties binnen de rhizosfeer als een efficiënte methodiek om de vereiste data te verzamelen en de rhizosfeer te kunnen monitoren. Daar heeft met name SCFF zich het afgelopen jaar op gericht en daar is het ook de komende maanden nog volop mee bezig.”
Microfloramanagement
Om tot een betrouwbaar en voor telers praktisch uitvoerbaar managementsysteem voor microflora te komen, scheiden de onderzoekers de organische bestanddelen van het retourwater in verschillende gewichtsfracties, die elk een min of meer specifieke samenstelling hebben. Deze worden vervolgens losgelaten op (jonge) planten in een proefopstelling. Door te meten wat er vervolgens met de planten en het ecosysteem in de rhizosfeer gebeurt, moet er uiteindelijk een scherper beeld ontstaan over het optimale ecosysteem in het substraat, de optimale lay-out voor waterbehandeling met maximaal hergebruik van exudaten uit het retourwater en de eventuele aanvullingen die nodig zijn om de microflora in de rhizosfeer structureel te versterken.
“We moeten nog heel wat stappen zetten en analyses verrichten voor het zover is, maar we zijn lekker op weg”, stelt Van der Wurff vast. “Eén van de onderdelen die relatief veel tijd en geld kost, is het sequencen van de micro-organismen. Dit wordt uitgevoerd door KWR. DNA-analyse wordt weliswaar steeds goedkoper, maar is nog steeds een tamelijk kostbare technologie. Door monsters op te sparen en er veel tegelijk aan te bieden, creëren we schaalvoordelen. Dat scheelt flink in de kosten. Het nadeel is dat er wat meer tijd nodig is om het hele traject goed te doorlopen, maar dat nemen we graag voor lief.”